Het ademt nog hippies-jaren-zeventig in de Baskische woongemeenschap die ik kort geleden bezocht. Met nog zo’n commune die je bij ons niet meer ziet: samen eten, zelf je kinderen lesgeven, en je inkomsten delen. Ik was nieuwsgierig naar ecodorp Aritzkuren en schreef me in via WWOOOF, de organisatie die wereldwijd vrijwilligerswerk op biologische boederijen coördineert.
Krakers
Tot mijn verbazing is dit niet het enige verlaten bergdorp dat in de afgelopen decennia weer door jongeren is opgebouwd: rond Aritzkuren ligt een tiental andere gekraakte dorpen, met mooie Baskische namen als Aizkurgi, Zazpe en Lakabe. Allemaal off the grid: eigen energie, eigen water, geen riool. En allemaal anders qua opzet: er zit een hotel bij dat door een grote groep krakers is opgekocht en opgeknapt om in te wonen, maar meestal wonen er een paar families die samen zelfvoorzienend proberen te wonen.
Wat me opviel:
– dat het het verloop groot is. Zowel samenwonen als collectief als zelfvoorzienend leven zijn bepaald niet gemakkelijk. In alle vormen van samenleven (gezin, buurt, wooncollectief) zijn de irritaties vergelijkbaar: ‘Waarom moet ik hier alles doen?’ ‘Wat doet die rommel hier?’
– dat ze in dit collectief veel samen spelen. Op verjaardagen spelen álle volwassenen álle spelletjes met de kinderen, en de puberjongens spelen urenlang samen met twee veel jongere meisjes.
– dat de autonome regio Baskenland veel gedoogt. In tegenstelling tot andere delen van Spanje waar krakers snel in de cel belanden. Dit ecodorp heeft een deal gemaakt met de gemeente om het bos rond hun dorp te onderhouden en mag in ruil daarvoor kappen voor brandhout. En Aritzkuren heeft een eigen schooltje en als er voldoende kinderen zijn, een eigen onderwijzer. Xandra, de bewoner die ik interviewde voor de film hieronder, verwoorde het zo: ‘In Aritzkuren zijn we niet illegaal, we zijn a-legaal.’
Ik filmde een aantal vlogs en maakte een interview met bewoner Xanda Ruíz: