De voedselketen van de grote agrifood-bedrijven omzeilen is geen makkie: drie inkoopcentrales van supermarktketens bepalen in Nederland wat er op ons bord komt. Als we meer gezond, vers en lokaal willen eten moeten we niet alleen aan het landbouwbeleid sleutelen, maar ook zelf aan de slag gaan. Ik sprak op de conferentie Voedsel Anders Greet Goverde en Ingrid Cremer. Van onderop kun je het voedselsysteem veranderen, bepleiten zij.
Kantine
Greet Goverde (Platform Aarde Boer Consument) heeft ervaring met het vergroenen van de catering van gemeentes. Het aanbestedingsbeleid voor kantinevoedsel veranderen gaat moeizaam, blijkt.
Opsteker
Ingrid Cremer (Centrum Biologische Landbouw) beurt ons weer op met haar ervaring met regionale afzetketens in Flevoland. De succesfactor daar is de lokale distributeur Gert Koekoek (De Echte Groenteman). Die gaat niet met een kratje achterop de fiets van boer naar klant, maar zet in op volume. Oftewel, een paar grote klanten. Ook slim: hij zorgt dat de bussen niet leeg terugrijden, maar op de terugweg meteen weer inslaan bij de leveranciers. Deze zelfbenoemde Echte Groenteman draait een omzet van 1,2 miljoen en heeft 13 mensen in dienst. Resultaat: zijn streekproducten zijn goedkoper dan die van de groothandel.
Lange leve de megastal!
Het Flevolandse voorbeeld illustreert mooi waar we wat mij betreft naar toe moeten: liever dan kleinschaligheid zie ik grootschaligheid op streekniveau. The best of both worlds: voldoende produceren om van te leven, én duurzaam. Ik ben geen principieel tegenstander van megastallen, varkensflats of grootschaligheid. Ik ben voor grootschalig verantwoord met korte ketens (en dus goedkoper dan regulier). En zeg nu niet dat dat niet kan!