Twee foodtrends springen er voor mij uit op de Food Valley Expo 2016: meer plantaardig, en minder voedselverspilling. En de combinatie van beide, het gebruiken van plantaardige reststromen, is ook populair.
Restjes
Reststromen van voedsel gebruiken is natuurlijk uitermate slow. Niet alleen de kliekjes uit de koelkast, bij ons in de slowfood zie je het vooral terug bij koks die dieren van kop tot kont gebruiken. Zo kwam een paar dagen geleden het boek ‘Van kop-tot-kont-chef’ met recepten van Nel Schellekens uit- over trend gesproken. Maar niet-slowies kunnen het ook. Sapleverancier Proverka maakt wortelsap uit schraapsels en overblijfselen van wortelen. En Martine Groenewegen, marktvrouw in biomassa, runt een online platform waar je tweedehands etenswaren kunt aanbieden of opvragen. Wat zijn dat voor etenswaren? Martine legt het uit:
Pizzabodem van biet
Voedselproducenten vervangen steeds vaker dierlijke eiwitten door plantaardige, of maken ingrediënten met weinig smaak lekkerder en gezonder door er groentevezels aan toe te voegen. Zo sprak ik met ORFI-food, dat vezelrijke bolletjes maakt uit reststromen van de voedselverwerkende industrie. Ze maken een soort popcorn van wortelen, biet of aardappelen dat producenten kunnen gebruiken in bloem, paneermeel, muesli of energierepen. Met groentebloem kun je bijvoorbeeld gezondere pizzabodems maken, met meer vezels.
Appie goes veggie
Met voedselinnovatie alléén komen we er niet, en daarom was er op de Expo een speciale sessie over de Green Protein Alliance, een nieuw samenwerkingsverband van een aantal koplopers in de voedselbranche. Zij gaan het gebruik van plantaardige eiwitten uit bijv. algen, zeewier, peulvruchten en aardappel stimuleren. Een paar grote jongens, zoals Albert Heijn, Vivera en Bonduelle, gaan zich er hard voor maken.
Spongecake
Ze wonnen er al een prijs mee, de vier studentes van de HAS Hogeschool: startup Spongecake Quick & Easy. Uit de spuitbus, in de magnetron, en 40 seconden later heb je een lekker cakeje. Niet eens zo mierzoet als het meeste gebak – geloof me, ik heb het geproefd. De methode klinkt alleen wel heel chemisch. Hoe zit dat, Marlou Wouters?
